Tunesiërs en hun olijfolie

In Noordwest-Europa wordt Tunesië te vaak slechts gezien als een Noord-Afrikaanse vakantiebestemming. Denk aan parelwitte stranden en een zee die in kleur varieert tussen turquoise (appelblauwzeegroen volgens de Vlamingen onder ons) en azuurblauw (de kleur van de hemel op een wolkenloze dag).

Noord-Afrika ligt ingeklemd tussen de schijnbaar eindeloze Sahara en de Middellandse Zee. Ooit was de vruchtbare Nijl de reden dat er meer dan 8,000 jaar geleden in Egypte een beschaving ontstond waar nu nog met de nodige bewondering naar wordt gekeken. Grote delen van noordelijk Afrika behoorden tot (de invloedssfeer van) Egypte. Rond het jaar 2000 vChr werden de Grieken de voorhoede van de Europese beschaving. Zij noemden het noordelijk deel van het continent Libya, afgeleid van Libus, maar dat was slechts een 'vertaling' van het Egyptische Libu, de naam van enkele stammen die daar rondzwierven.

Maar de Grieken waren niet de enigen die nieuwe kusten wilden ontdekken. De Feniciërs deden vanaf circa 1500 vChr hetzelfde. Zij bewoonden delen het huidige Libanon en werden befaamde zeevaarders en handelaren. Ze stichtten handelssteden aan de kusten van Noord-Afrika tot op het Iberisch schiereiland. In 814 vChr stichtten ze een nieuwe, strategisch gelegen stad in wat nu Tunesië is. De Feniciërs noemden het Qart Hadasht – ‘de nieuwe stad’ in hun eigen taal, wat na verloop van tijd verbasterde tot Carthago.

De legendarische stichtster en eerste koningin van de stad was Dido die ook bekend stond als Elyssa. Zij is uiteraard de terechte naamgeefster van onze olijfolie: Terra Delyssa.
[Het oude Carthago]

De Phoeniciërs waren het ook die rond diezelfde tijd olijfbomen in het gebied introduceerden. Carthago groeide mede daardoor uit tot de invloedrijkste en machtigste kolonie van de Phoeniciërs en had op zijn hoogtepunt ongeveer 500,000 inwoners. Die expansie zorgde Carthago natuurlijk voor conflicten met veel van zijn buren, zoals de inheemse Berbers en diverse Griekse stadsstaten, waaronder Syracuse op Sicilië.

In het jaar 146 vChr werd de stad veroverd door de Romeinen en met de grond gelijk gemaakt. Het hele gebied dat nu Tunesië is werd deel van het Imperium Romanum, het Romeinse Rijk. Om de nieuwe kolonie wat te bevolken en te beschermen stuurde Rome kolonisten en soldaten naar het gebied. Het is niet precies bekend wat er met de oorspronkelijke bewoners is gebeurd, maar die hadden niet zoveel mogelijkheden: of ze werden verbannen of ze werden opgenomen in het grote Romeinse Rijk. Zo'n beetje zoals de Borg uit de filmserie Star Trek: You will be assimilated. Je werd Romein. Of je wilde of niet.

Maar hoewel de belangrijkste stad verdwenen was werd Tunesië een belangrijke handelspartner voor het Romeinse Rijk. Ook de cultivatie van olijven groeide snel, mede dankzij de irrigatietechnieken die de Romeinen hadden meegebracht. Opgravingen in de Tunesische bodem brachten diverse prachtige mozaïeken aan het licht die olijfbomen uitbeeldden, een duidelijk bewijs hoe belangrijk de verbouw in die periode al was.

Een prachtig voorbeeld is het mozaïek uit de derde eeuw dat gevonden werd in Thysdrus, het huidige El Jem. Daarop kijkt een uil ongeïnteresseerd toe hoe vogels uit de lucht vallen. Het tafereel wordt geflankeerd door twee olijfbomen. Er boven staat: 'Invidia rumpuntur aves, neque noctua curat'. Vertaald is dat: 'De vogels barsten van jaloezie, het maakt de uil niets uit, hij staat erboven.' Het was een Romeins spreekwoord, waarbij de uil de Romeinse elite verbeeldde en de vogels de jaloerse buitenwereld.

De Romeinen zijn opgeslokt in de annalen der geschiedenis, maar veel is er niet veranderd sinds de Romeinse overheersing, want nog steeds is Tunesië een van de grootste producenten ter wereld van hoogwaardige extra virgine olijfolie. De Tunesiërs zijn met recht trots op hun olijfolie en de lange historie die daaraan verbonden is.

Koop snel je extra virgine Tunesische Terra Delyssa olijfolie hier.

No comments:

Post a Comment